Van Puno tot Potosi
Door: dianne en jan
Blijf op de hoogte en volg dianne
04 Augustus 2011 | Bolivia, Potosí
Als we in La Paz aankomen, laten we ons door een taxi naar een hotel rijden. We doen lekker luxe deze keer. De volgende dag verkennen we de stad, maar we vinden er niet veel aan: groot, lawaaiig en vies. ’s Avonds vertrekken we alweer met de nachtbus naar Sucre. Lekkere slaapstoelen, maar deze keer liggen we pal onder de geluidsbox waar op maximaal volume het geluid van Pirates of the Carribean uitkomt. Voor het beeld van de film zitten we te ver weg, maar dat geeft niet want we hebben hem een week geleden ook al gezien! Met stukjes papieren zakdoek in onze oren vallen we toch nog in slaap.
De volgende ochtend komen we in Sucre aan. We vinden een heel leuk hostel met een aardige Zwitserse eigenaresse, Jackie. Sucre is een aardige, kleine stad en we brengen er twee dagen door. We doen lekker rustig aan en genieten van het goedkope eten hier. Je ziet hier wel meer bedelaars op straat. Ik denk dat het verschil tussen arm en rijk hier heel groot is. Je ziet namelijk ook veel onwijs grote fourwheeldrive auto’s rijden. We brengen een bezoek aan de kapper. Een afspraak maken hoeft niet, je gaat gewoon zitten. Er zitten al minstens drie kapsters te popelen. Voor drie Euro wordt ik geknipt en geföhnd en wordt Jan zijn nekhaar uitgeschoren. In een dik kwartier is de klus geklaard. Daarna gaan we naar het busstation om te informeren hoe laat de bus gaat. We kunnen meteen mee. Voor 30 Bolivars (drie euro) zitten we samen drie uur in de bus naar Potosi. Dit keer is het een gewone lijnbus dus wordt er van alles ingepropt. Gelukkig zitten we op de achterste rij en kunnen Jan zijn benen in het gangpad anders zou het echt niet passen. Hier en daar wordt er ook weer gestopt om iemand uit of in te laten stappen en zo komt het dat we een uur later dan gepland aankomen. En dat allemaal voor hetzelfde geld!
We laten ons weer door een taxi naar het hostel brengen. Dat klinkt allemaal heel luxe, maar het kost hier vaak maar één euro en daar kun je zelf niet met je tas voor door de stad sjouwen. Je merkt dat dit de hoogste stad ter wereld is (4070 meter); het is weer vreselijk koud, mede vanwege de straffe wind. Gelukkig hebben we een hostel met verwarming en een warme douche.
Hoewel het ooit vanwege de giga zilvervondsten “de belangrijkste stad op aarde” was, stelt Potosi vandaag de dag niet zo veel meer voor. De stad heeft nog steeds wel een hele grote mijn, waar je een excursie naar toe kunt maken, maar Jan voelt zich helemaal niet lekker en rondkruipen in nauwe mijngangen trekt mij niet zo. Ik verken de stad een beetje in mijn eentje en Jan ligt bijna de hele dag in bed. Morgen vertrekken we met de bus naar Uyuni, nog steeds in Bolivië .
-
05 Augustus 2011 - 20:10
Sanne:
Yes, punaise nummer 3!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley